Een doe dag..

Vandaag zijn we zeer actief geweest, we hebben eerst het dorp door gewandeld en even lekker koffie gedronken bij een internet café, om te whatsappen met het thuisfront en met Joost, onze wereldreiziger die net in Bangkok is aangekomen. Als wij ochtend hebben, hebben jullie avond dus is dat de beste tijd. Joost had eigenlijk moeten slapen want Bangkok heeft 6 uur tijdsverschil met ons dus daar was het nog nacht, ergens rond 4 uur. Kind van zijn moeder, hij kon niet slapen, jetlag, kost een paar dagen als hij echt op me lijkt.

Na onze koffie, zijn we een heel eind gaan wandelen langs het meer, door het park, het was nog steeds prachtig weer, de wind begon wat aan te trekken, en er kwam langzaamaan wat bewolking binnen waaien. Voor vanmiddag hadden we een kajaktocht gepland, als dat maar doorgaat… Lineke zei al: nou, ik weet ook niet of het doorgaat, en ik zei: nou ze weten waar wij verblijven, dan bellen ze wel af. Maar ik hoopte natuurlijk dat het door zo gaan, ik had wel zin een nieuwe uitdaging. We hebben gelopen tot 13.00 uur, en om 13.45 moesten we ons melden bij de kajakverhuurder, hier om de hoek. Thuis nog even lunchen, onze spullen pakken, goed aankleden en dan hup richting kajaks. De wind stond al zo fors op het meer, dat ik al dacht, hier kom je zo eenvoudig nog niet van wal. En Lineke zei al helemaal niets meer, keek alleen heel bezorgd. Ze had al eens tussen neus en lippen door gemeld, ik weet ook niet of ik dit nog wel durf. Ik dacht, dat gaat wel door, anders ga ik alleen mee.

Het ging door, we wisten al dat we eerst ergens naar toe zouden rijden en dan terug zouden kajakken, maar de wind was zo rough op lake Wanaga, dat ze het programma veranderd hebben naar een ander lake, wat meer tussen de bergen ligt en dus minder wind. Lineke werd alleen maar stiller.

Hup het busje in 20 min. rijden en daar waren we ineens op een plek, waar je normaal nooit zou komen, een prachtig meer op de grond van, noem het maar heer-boer, een groot grond bezitter die alles wat we zagen beheerde, de bergen, de vallei en het meer. En het kajak verhuur bedrijf had een vergunning om op dat meer te kajakken. Alhoewel het hier duidelijk meer beschut was, stond er nog steeds een aardige wind, langs de oever ging het nog wel, maar een beetje het meer op, was er behoorlijk wind en zelfs een aardige golfslag.

Onze gidsen hadden een leuk idee, (hebben ze vaker gedaan hoor) we moesten met alle kajakken naast elkaar gaan liggen, en zij zouden aan de buitenkant gaan liggen, de een recht en de ander links. Ze hadden een zeil bij zich, wat als een soort spinaker aan de voorkant kwam, heel eenvoudig: zij deden het aan een peddel, en de voorste buitenste twee, hielden het gewoon vast in een hand. Iedereen hield met zijn handen de kajakken bij elkaar, en daar gingen we als een grote zeilvloot naar de andere kant van het meer, kei gaaf.

Aan de andere kant stonden net zo veel golven, waaide het net zo hard, maar vooruit, dat zeilen had wel wat. Nu moesten we tegen de golven en wind in weer aan de andere kant zien te komen, en als dat lukte was daar koffie, thee of warme chocomel, wouw. Nou het lukte, het team van Kooten van den Broek ging als een speer, alsof we dit dagelijks deden vlogen wij tegen de wind en golven in naar de overkant, Lineke was helemaal om, ze vond het prachtig, ik zag haar wangen van het glimlachen terwijl ik recht achter haar zat, ik geniet altijd al van zulke dingen, maar nu genoot ik dubbel, even dacht ik ze doet dit wel, maar ze doet dit echt omdat ik dit graag wil, maar na die big smile wist ik dat het zo wel begon is, maar nu zeker niet meer zo is.

Aan de ander kant van het meer, was de wind wat gaan liggen, gelukkig waren we buiten wat natte mouwen van de jas niet nat, dat kon niet iedereen melden, een vrouw had een kletsnatte broek, die had ergens een lek in haar schortje. ( zo’n ding waarmee je het gat waar je in zit afdekt om te zorgen dat de kajak niet vol water komt te staan). De pauze was wel even lekker, tenslotte doen we dit nooit, dus morgen zullen we wel spierpijn hebben in onze armen en schouders, maar dat is het probleem van morgen, nu hebben we nergens last van. We zijn alleen rozig, van de buitenlucht.(en van de rode wijn….)

We hebben hier zo van genoten, dat we eraan denken om de Doubtfull Sounds ook met een kajak tour in combinatie met een bus en boottour te gaan doen, wel een excursie van 10 uur, ’s morgens om 7.15 uur vertrekken, maar we hebben het er voor over, even afwachten wat het weer doet, en onze armen, morgen…

Morgen hebben we nog een rustdag: we verplaatsen morgen naar Te Anau, langs Queenstown, waar we natuurlijk een bezoek aanbrengen, maar zaterdag gaan we naar de Doubtfull Sounds. Het grootste en rustigste en meest afgelegen natuurgebied.

Van Haast naar Wanaka,

Jongens, dit was de mooiste rit tot nu toe. Wij hebben vandaag zoveel moois gezien, dat we er gewoon helemaal ontroerd van werden.

Het begint al vroeg in de rit dat de ene waterval naar de andere langs de rotsen naar beneden komt, sommigen zijn zo mooi dat er speciale uitkijkpunten zijn aangelegd om er even bij weg te kunnen dromen. Langs de hele rit is wel ergens water. De Haast rivier staat nu zo goed als droog, het stroompje in het midden is hoog uit 3 meter breed, maar kan wel 100 meter breed zijn. Nu lopen de schapen en koeien er te grazen, maar straks in april als het regen seizoen hier begint staat het water letterlijk tot aan je lippen. We worden weer gewaarschuwd voor vee op de weg, want de uiterwaarden, zo noem ik het maar, zijn niet afgezet met een afrastering dus als dat vee wil kunnen ze de weg op. Daar moeten ze dan wel wat voor doen, maar het zou kunnen.

We hebben vandaag een helder blauwe lucht, in de auto is het gewoon warm, maar buiten maakt de wind het nog wel koud, tijdens onze eerste wandeling naar een van de watervallen hadden we ons daar aardig in vergist, gelukkig was dat niet zo ver, dus voor we het echt koud hadden waren we weer bij ons autootje.

De volgende stop was bij de Blue pools, een aardige trip, alhoewel het maar een half uur zo duren, hadden we de pijp aardig leeg. Naar die blue pools ging het wel aardig, alles naar beneden, net iets meer dan vals plat. Om er te komen moesten we over 2 hangbruggen, en als je daar niet samen in cadans liep, zou je er zee ziek op worden. Dus left right, left right, en daar gingen we keurig in cadans. Gister hadden we van dat speciale water, dat bijna onnatuurlijke blauw, nou vandaag heb ik zoveel van dat prachtige blauw gezien, alles, maar dan ook alles wat we vandaag aan water gezien hebben had die in en in emerald blauwe kleur, en de meren waren op een afstand knal blauw, ontroerend gewoon.

De blue pools waren prachtig, vooral de ligging, midden in een stuk ongerept natuur, ja ze hadden dat pad aangelegd om er te komen, maar verder laten ze hier alles zo als het is. De waterval in combinatie met de water pool was magnifiek. De terugweg daar en tegen was wat minder magnifiek, want nu moesten we een kwartier lang tegen dat net iets meer dan vals plat pad omhoog lopen. In het begin hebben we nog wel wat tegen elkaar gezegd, maar we werden steeds stiller. We hebben het wel zonder te stoppen gedaan, en we hadden het niet meer koud…..

Eenmaal weer aan het rijden kwamen we al snel aan de top van Lake Wanaka, bij Makarora begint het meer. Wat een uitzichten: echt onbeschrijfelijk mooi is het hier. Al die prachtige bergen, soms met de sneeuw nog op de top, dat mooie weer, die zon doet nu natuurlijk ook veel, en dan dat oneindige grote in en in blauwe meer. Als de hemel op aarde is, zou het dit zomaar kunnen zijn. Voor ons was het lunchtijd dus hup! de eerste de beste parkeerplaats op, zo mooi, echt aangelegd om eventueel te kamperen, en daar onze stoeltjes de auto uit. Daar zaten we dan, gewoon te staren allebei stil, even bij ons zelf, van alles gaat er dan door je heen. In laten we zeggen 10 min. heb ik van alles de revue laten passeren, mooie herinneringen, maar ook hele verdrietige herinneringen kwamen daar zomaar in eens naar boven, stiekem heb ik er een traantje bij weg gepinkt.

De lunch was heerlijk, uit de wind aan dat prachtige meer, en dan die heerlijk pasta salade die ik van morgen al had klaar gemaakt: restverwerking kan dus heel lekker zijn. Na de lunch nog even in de natuur plassen, en hup de auto weer in naar het volgende natuur wonder.

Op een gegeven moment draait de weg om een berg heen, en ligt er aan de andere kant van die berg Lake Hawea, een stuk kleiner, maar zeker net zo mooi, zo niet nog mooier, in de auto hadden we Gerard van Maasakkers aanstaan met dat liedje Dragen, en zoals ik al eerder schreef, het is hier zo intens prachtig, de hemel op aarde, en de hemel was even heel dicht bij. Dat liedje beschrijft voor mij precies de laatste maanden van mijn vaders leven, dus heel mijn gedachten waren daar langs dat stukje van het meer bij hem, weer een traantje, maar deze keer hoorde ik naast me ook wat gesnik, ook Lineke was ontroerd van al deze pracht en praal in combinatie met dat liedje van Gerard van Maasakkers. Op elke te stoppen plek hebben we even stil gestaan, bijna met de mond open, wat foto’s genomen, maar de mooiste foto staan in ons geheugen gegrift.

We waren net voor 14.00 uur op onze volgende locatie, hebben wat boodschappen gedaan, de boel ingericht, moet toch weer even ons plekje worden, maar het is weer fantastisch, met balkon op het zuiden en een mooie kamer, lijkt een beetje op een Oostenrijkse berghut, alles is hout.

Ruim 1.5 uur gewandeld aan het meer, zo mooi, vanaf het balkon kijken we er op uit. En nu, nu ik dit zit te schrijven, smelt ik ondertussen weg van de zon die pal op ons balkon staat. Morgen een zonnesteek als ik niet uitkijk, niet te hopen want morgen gaan we dat meer op, met de kano, 2,5 uur! No worries, er gaat ook een gids mee……

Waiatoto River Safari

Nou, hoe zal ik eens beginnen om deze dag voor jullie net zo’n beleving te laten zijn als dat hij voor ons was; een uitdaging.

De dag begon weer redelijk op tijd, we moesten om 9.30 uur ons melden op het kantoor van Wayne’s Waiatoto river safaris, niet ver van ons huisje vandaan, 10 min rijden. Toen we daar uit de auto stapten, zagen we nog net een boot op een trailer achter een tractor aan vertrekken.(Wayne met zijn boot) Wij waren de enige twee deze ochtend die de safari geboekt hadden, het werd dus een privé safari, nog leuker dachten wij, alle uitleg voor ons, en de boot voor ons alleen: ook lekker.

Nadat we betaald hadden, (wel prijzig) maar vooruit, gisteren de gletsjer gemist, moesten we met de auto de tractor achterna, naar de brug over de Waiatoto rivier. Links was de parkeerplaats en daar zou Wayne ons oppikken. De tractor hadden we ruim voor de brug al ingehaald, maar goed en wel uit de auto was Wayne er ook, met zijn boot op de trailer achter de tractor. Na een korte kennismaking mochten we aan boord stappen, ja jullie lezen het goed, die boot op de trailer achter de tractor. Diesel olie is goed koper dan benzine zegt Wayne!! En daar gingen we achter de tractor op de trailer het bos in, een bumpy road, maar gelukkig was het maar een paar honderd meter voordat we bij de rivier waren en Wayne de boot te water liet.

Eenmaal met z’n drietjes aan boord, ging Wayne ons vertellen wat we gingen doen deze ochtend, en hij vertelde wat over zijn boot. Een jet boot, is een boot die van onderen helemaal plat is, er zit geen schroef of roer aan, hij vaart en stuurt op weg pompend water. Er zit dus een hele zware waterpomp in. Doordat deze boot zo plat is, heeft hij dus maar heel weinig water nodig, 20cm stromend water is al voldoende om er als een speer overheen te knallen. Wij kunnen met die boot heel de rivier af varen tot in de waterval, daar waar de rivier eigenlijk begint.

Zullen we? zegt Wayne, geeft een poepgas, en daar spoot de boot het water over, eigenlijk zweef je net boven het water als hij eenmaal gaat, je raakt het natuurlijk nog wel, maar het voelt als zweven.

We komen nu in een gebied waar je anders niet kunt komen, ja als je een kano neemt kom je ook een heel eind, maar door de sterke stroming moet je zigzaggend over de rivier, en een ervaren roeier zijn, ander ga je achteruit in plaats van vooruit. Een ander mogelijkheid is lopen langs de rivier, maar dan doe je er 3 dagen over om aan het begin te komen. Onze toer duurt 2,5 uur heen en terug.

2,5 uur zijn wij in een oer gebied, alles is hier rough, de loop van de rivier die nu heel laag staat, hij kan wel 8 meter hoger staan, is erg grillig. Door de lage waterstand zie je dat de oevers veel te lijden hebben van erosie, het land wordt hier steeds kleiner, het gevolg daarvan is dat de bomen die aan de oever staan op den duur om kiepen en in het water belanden. Met bosjes zie je ze dan ook in de rivier liggen. Nu begrijpen wij ook hoe toch al dat hout hier op de stranden terecht komt.

Het water waar we door vliegen is emerald van kleur (helder blauw groen), bijna onecht van kleur maar prachtig. Het is voor 70% zuiver water, 30% is gruis van de rotsen. Als je het in een fles zou doen en het een dag laat staan, zit het gruis op de bodem, en kun je de rest gewoon opdrinken.

Het gebied waar we door varen is het broed gebied van de Kiwi, Wayne vertelt er het een en ander over. Het wordt steeds ruiger, de rivier wordt steeds smaller er komen buiten al dat hout ook steeds meer rotsen uit het water omhoog en het woud wordt steeds dichter. Wayne stopt de boot op een prachtige plek, we hebben uitzicht op de hoogste waterval van Nieuw Zeeland, 5x hoger dan de Niagara waterval (even om je een indruk te geven). De afstand om te kijken is wel ver, want het lijkt maar een stroompje, wel lang, je ziet echt praktisch over de hele bergwand water naar beneden stromen. Wayne vertelt ons waarom de rivier heet zoals hij heet, Waia is water en toto is bloed lettelrijk vertaald heet hij dus bloed rivier, en dat komt omdat de Maori’s jade hebben gevonden(green stone) en deze altijd al in gebruik hadden omdat het vreselijk hard is en zij daar hun gereedschap van maakten. Toen kwamen de blanken die zochten daar naar goud, en dat vonden de Maori’s belachelijk want dat was zacht en daar kun je geen gereedschap van maken. De blanken en de Maori’s hadden dus verschillende belangen, en vochten elkaar wel de rivier uit.

Vanaf hier varen we verder, Wayne zegt nog een keer dat we de handen binnen boord moeten houden, en ons vast moeten houden aan de handgreep voor ons. Lineke noemt het de jesusbar, (snap je zo). Na de bocht zitten we letterlijk in een waterval, de rotsen vliegen ons links en rechts om de oren, en we varen nu echt omhoog tegen een forse stroom in, je begrijpt niet dat dit kan. Je houdt je dan ook graag vast, jesus!! roepen we en grijpen de handgreep voor ons stevig vast. Eenmaal boven is het weer vlak, en dan op eens, denk je maar dit kan echt niet, het water kolkt nog harder, en de rotsen bieden nu geen tussen ruimtes meer om er door te varen, Wayne geeft nog wat extra gas, en dan, dan legt hij de boot in eens stil. I’m kidding! zegt Wayne met een big smile op zijn gezicht.

En daar liggen we dan met het bootje aan de oorsprong van de rivier midden in het woud: fantastisch. Hij vertelt nog dat er wel eens iemand geprobeerd heeft om ook nog tegen deze waterval op te varen, maar dat er te veel zuurstof in het water zit door al dat gekolk, en daar vaart de boot niet op, dan zinkt hij. De de rivier is hier net onder de waterval in de put 30 meter diep, die boot ligt dus diep begaven, toch zijn er stukken later op de rivier van terug gevonden. Door de kracht van het water is die boot helemaal uit elkaar geslagen.

We varen een klein stukje terug, zodat we niet meer in de kolk zitten en we gaan aan land, even het oerwoud in, wat een stuk ongerepte natuur, bomen van honderden jaren oud helemaal begroeid met mos en andere planten: dat die bomen nog leven! zeg ik tegen Wayne, ja zegt hij, maar uiteindelijk gaan ze er wel aan dood, maar aan elk leven komt een einde, en ook aan dat van een boom. Even verder op ligt een grote omgewaaide boom, die ligt hier al wel 300 jaar zegt hij, ze leven vaak net zo lang als dat de natuur er over doet om hem af te breken. Op deze boom groeit weer een heel nieuw bos. Alles lijkt hier op elkaar, toen hij tegen ons zei: loop maar rustig terug naar de boot, kwamen we geen tien meter verder en waren we de weg al kwijt: wist hij natuurlijk wel..

De terugweg stroomafwaarts ging een stuk sneller, (nog sneller) hij is helemaal tot de zee gevaren, en dat laatste stuk is helemaal een bomen kerkhof, mooi om te zien, die bomen die door het water helemaal glad geschuurd zijn en wit uitgeslagen.

Na de boottocht zijn we nog doorgereden naar Jackson Bay hebben daar nog wat gewandeld en Fish en chips gegeten: al met al een avontuurlijke dag.

De Westkust

Vandaag van Punakaiki naar Jackson Bay, 410 km praktisch helemaal langs de kust, behalve bij de gletsjers, daar ga je iets landinwaarts, wat zullen we zeggen, een kleine 100 km.

De gletsjers zijn, denk ik, gesmolten zei ik tegen Lineke. Nou, zei Lineke, ik denk het niet, want de rivier staat droog. Mmm, hier staat toch echt Franz Jozef gletsjer maar ik zie niks….. Ja, wel wat drukte in het dorp, maar het had geen aantrekkingskracht voor ons, te druk. Nou, dan naar de Fox gletsjer , geen gletsjer te zien, balen, balen, balen: de Franz Jozef en de Fox in de fog; das fuck!!!

Gelukkig kunnen we ons er een goede voorstelling van maken: tenslotte is Oostenrijk ons tweede thuis, en daar zijn er ook…. De mist hing zo laag, dat je echt helemaal niets van de gletsjers zag. Ja, als je met een helikopter naar boven gaat, misschien lag de top wel in de zon, maar ik ga echt niet in een helikopter, dat is te spannend voor Marijke, en Lineke vindt dat een helikopter de rust verstoord van zo’n prachtig natuur gebied, zit wat in. Conclusie: gewoon doorrijden naar het volgende moois.

We waren nog maar net aan het rijden vanochtend, reden we een bordje voorbij: Pancakes en Blow Holes, o, zeg ik tegen Lineke, dat is wat Kees er Rien zeiden, moesten we niet missen. Keren dus, iets verder op was daar een mogelijkheid voor dus wij terug.

Het was nog vroeg, voor 9 uur waren we er al, en net toen wij daar omhoog liepen richting de pancake rotsen brak de zon door, prachtig, wat een magnifiek natuur verschijnsel, miljoenen jaren oude rotsen die ontstaan zijn door druk van onder naar boven, en van boven naar beneden. Hierdoor zijn al die laagjes, net pannenkoeken ,vandaar de naam ontstaan. Dit is nu wel in Jip en Janneke taal uitgelegd, wil je er meer van weten: even googlelen, best interessant.

Blow holes, dat snap je als je daar even bent en een keer schrikt van de harde rommel achtige boem die je even het gevoel geeft dat er een aardbeving is, en je dan in eens beseft: dat bedoelen ze met blow holes. De zee klapt zo hard naar binnen van alle kanten rond die rotsen dat het door de gaten die er in zitten zo nu en dan echt knalt. Het kolkende witte zeeschuim is gewoon indrukwekkend.

De route langs de kust is mooi omdat hij zo ruig is, geen geciviliseerde stranden, geen commercie. Af en toe een parkeerplaats voor een prachtig uitzicht, bij ons zou daar meteen een tentje bijstaan en drukte opleveren, maar hier sta je rustig helemaal alleen te genieten van het uitzicht op de ruige zee.

Omdat we in een bergachtig gebied rijden, zijn er natuurlijk ook weer rivieren, beken, en ,,smalle” bruggen, het is in dit land gewoon niet druk, dus hoeven ze op een 100 km weg, die hier overigens uit een baan en twee rijstroken bestaat, bij een brug niet twee maar een rijstrook te maken: scheelt in de kosten (vul ik dan zelf maar in) De een wacht maar even op de ander, het staat ruim op tijd aan gegeven dus rustig naderen, niets te zien, dan door rijden. Zelfs de spoorlijn gaat over dezelfde strook. Best apart, zou je bij ons toch niet bedenken.

De rivieren en beken zorgen ervoor dat er zomaar in eens weer een prachtig meer is ontstaan, ook bij zo’n meer is het heel rustig en stil, ik vind het super, word er helemaal zen van, hoop dat ik dat vast kan houden als ik over twee weken weer de drukte in moet.

Na de teleurstelling van de fog gletsjers, zijn we nog wel even naar een zalmkwekerij geweest, die langs de route lag, hebben daar een overheerlijke verse zalm gekocht voor ons diner van vanavond, en aangezien we dat diner al achter de kiezen hebben op het moment dat ik dit schrijf, kan ik zeggen: we hebben de vingers er bij afgelikt.

Ons nieuwe verblijf voldoet weer aan de verwachtingen, alles zit er op en aan, we kunnen zelfs de was weer doen. We zitten hier iets voor de drukte van de stad en alle things to do, hebben voor morgen al een plangemaakt, zelfs al geboekt voor een river safari op de waiatoto rivier, schijnt een echte beleving te zijn.

De rit naar Punakaiki

We hebben een prachtige rit achter de rug, het weer was niet echt om over te schrijven, dus doen we dat maar niet, maar de route is de moeite waard. Nadat we afscheid hebben genomen in Murchison, daar hebben we toch 3 nachten vertoeft, zijn we richting de westkust gereden. Dwars door de gorge van de Buller rivier, adembenemend mooi, wat een uitzichten en al die prachtig begroeide berghellingen die we steeds van een andere kant zien. Regelmatig gaan we de rivier over zodat we dan de linker oever bewonderen en dan weer de rechter.

Tot aan de westkust blijven we de rivier volgen, we zien hem letterlijk de zee in verdwijnen bij Westport. We rijden daar nog een extra lus om naar de een zeehonden rots te gaan kijken, er zaten er maar genoeg, sommige met een jong, andere lagen er heerlijk te slapen. Ook in de wilde zee zag je de zeehonden genieten van de golven. Echt leuk omdat van zo dicht bij te kunnen zien.

Vanaf hier rijden we weer langs een kustlijn, een mooie slingerende weg die glooiend langs de zee afgaat. Wat een verscheidenheid aan planten. Er is een duidelijk verschil van beplanting in de hoogte waarin je rijdt, heel laag is het een duingebied, alhoewel die er hier echt wel anders uit ziet als bij ons, hij is in elk geval veel smaller, en wat hoger zie je allemaal weer boomvarens, nog hoger zijn het weer palmen. Al de verschillende kleuren groen, gemengd met de roest kleur bruin van de oude varen bladen geeft een prachtig beeld. We stoppen een aantal keer om even de genieten van hetgeen we zien.

De zee is erg ruw vandaag, het is niet koud, maar wel een grijze dag met wind vanaf zee. Nou schrijf ik toch wat over het weer. De ruwe zee trekt ons beiden aan, vooral die golven die zo te pletter slaan tegen de rotsen die je hier veel uit de zee ziet steken vinden wij magnifiek.

De route komt langs een oude goudmijn, en aangezien wij ook goudzoekers zijn, zijn we hier een kijkje gaan nemen. Eigenlijk best interessant hoe ze vroeger in zo’n mijn werkten, uren hakken zwoegen ploeteren om uit de rots 20 ton in elkaar gedrukt zand, wat letterlijk een klont zo hard als steen was te hakken, om daar een paar gram goud uit de winnen. Een heel proces, en als de zwoegers dan naar de stad gingen om het te verkopen, dan waren ze het verdiende geld weer kwijt aan de drank en de vrouwen.

De stad waar die goudzoekers naar toe gingen bestaat nog steeds, vroeger de grootste stad van de westkust, nu een handvol barakken en een hotel, eigenlijk niets meer. Langzaam naderen we ons einddoel van vandaag, Punakaiki, hier hebben we een hostel geboekt voor een nacht, slapen in een backpakkers accommodatie, een keer wat anders.

Het ziet er fantastisch uit, we hebben een grote eigen slaapkamer gewoon met een twee persoons bed, de meeste kamers hebben stapel bedden, we hebben een eigen badkamer met toilet en een handdoeken pakket. Omdat Lineke dit al vorig jaar geboekt heeft…. Eerste keus! Onze kamer zit op de eerste verdieping, daar zijn twee slaapkamers. Er is een grote zitkamer en een mooie grote keuken, dit alles is voor gezamenlijk gebruik. Niks mis mee, eigenlijk wel leuk ook het contact met die jongelui, naast ons zit nu een meisje uit Engeland die is al 10 maanden aan het rond trekken in Nieuw Zeeland, zo nu en dan weer werken en weer verder. Werk vinden is geen probleem: binnen twee dagen heeft ze weer een baan. Nu werkt ze hiernaast in het café, en woont hier in deze hostel. Ik vind het tof, hoop dat Lineke nog meer van dit soort overnachtingen geboekt heeft.

We hebben lekker gekookt in de mooie keuken, zijn nog een flinke strand wandeling gaan maken, even uitbuiken, en nu drinken we nog een lekker wijntje.

De route richting Golden Bay

Alhoewel we wisten dat het een hele rit was, zijn we toch niet extra vroeg opgestaan, het moet tenslotte wel vakantie blijven en niet op werken gaan lijken. Om richting de Golden Bay te gaan, moeten wij eerst een stuk terug richting Nelson, van de eigenaar hier hadden we een doorsteek route gekregen, weer over 15km gravelweg om vervolgens bij Tapawera weer op de verharde weg uit te komen. Het mooie van zo’n gravelweg is de rust, hier rijd je echt alleen, 2 auto’s zijn we tegen gekomen op 15 km.

Praktisch het hele gebied waar we door rijden (althans de doorsteek) is in vlammen opgegaan; wij schatten zo’n 6 a 7 jaar geleden, kijkend naar de groei van alle nieuwe bomen en planten. Eigenlijk ook weer heel apart, het is net een bomen kerkhof, versierd met nieuwe aanplant, vooral de gele planten, (ze lijken op brem maar hier zitten vreselijke grote stekels aan), doet het goed hier.

De vallei waar we in terecht komen staat voornamelijk vol met hop, verder zitten er wat kiwi boeren en andere fruitteelt. En zo nu en dan staan er wat koeien of schapen in de wei. Ook hier is het voornamelijk weer een wildernis, de huizen die je zo nu en dan tegenkomt stellen weinig voor, met golfplaten en spaanderplaat knutselen ze hier een huis in elkaar. Wat doen wij toch moeilijk in ons land….. Hoe dichter we bij Motueka komen, dat is de eerste wat grotere stad, worden de huizen mooier en mooier, prachtige villa’s gebouwd op de top met, kan niet anders, prachtige uitzichten.

De stad Motueka, ligt al aan de Tasman Bay, maar slechts met hoogwater kun je hier de Bay zien, dat komt door een zandbank die ze er jaren terug al neergelegd hebben. Wij hadden hoogwater, dus wij kunnen zeggen: we hebben geluncht aan de Tasman Bay.

Om bij de Golden Bay te komen moet je vanaf hier nog een heel eind rijden: het is al 2 uur dus dat gaan we niet halen, we besluiten om naar Kaiteriteri te rijden, de hotspot van de Tasman Bay, vanaf daar kun je met een watertaxi naar de Golden Bay. Eenmaal rijdend langs de Bay heb je zo af en toe een prachtig uitzicht, maar ik vind het uitzicht dat we bij de Bay of Islands hadden, en bij Helana’s Bay, beiden op het Noorder eiland, tot nu toe de mooiste.

Kaiteriteri valt ons gruwelijk tegen, het is hier druk, commercieel (heel veel watertaxi’s) bijna geen plaats om te parkeren, en ze zijn er volop aan het bouwe. Wij vonden het niks, we hebben er even rond gelopen maar we hunkerden naar de rust van de vallei. We hoefden elkaar maar aan te kijken en wisten al: wegwezen hier.

Je kunt hier wel van alles, mountainbiken naar de top, hiken met overnachting ’s hutten op de route; je kan je ook met zo’n watertaxi naar de top laten brengen (cape Farewell) en terug lopen in een paar dagen, allemaal leuk als je veel tijd hebt, misschien de volgende keer.

Terug in de vallei hebben we een rustig plekje gevonden, om nog even van de zon te genieten en van het uitzicht, voordat we aan de weg terug zijn begonnen. 305 km hebben we gereden vandaag, het was prachtig.

Wat ons opvalt tijdens al onze kilometers nu in Nieuw Zeeland zijn de brieven bussen, die staan hier met bosjes aan de straat omdat de huizen vaak ver van de weg of op een heuvel staan. De meesten zijn gewoon gewoon, maar er zijn heel veel mensen die op de een of andere manier een zeer opvallende brievenbus hebben. En wij hebben er een reportage van gemaakt, hij is nog niet af, want we moeten nog heel wat kilometers. Maar hij komt wel in ons boek!

Morgen verder naar de westkust: nieuwe avonturen, nieuwe landschappen….

The lake day

De hele dag prachtig weer, lekker lang geslapen in een goed bed, even getut, dus alles op z’n elf en dertigst, heerlijk. De zon was er eerder dan wij vandaag, dus lekker buiten in de tuin ontbijten in het zonnetje.

Vandaag stond een rit gepland naar lake Rotoroa, nu hoor ik jullie denken, daar waren ze toch al, nee daar waren wij nog niet, wel bij lake Rotorua op het Noorder Eiland, je weet wel daar waar het zo vreselijk naar zwavel stonk (rotte eieren). Nou, waar wij vandaag waren ruikt het heerlijk naar verse natuur.

Prachtig, fantastisch, beautifull, ik kan het juiste woord er niet voor vinden, maar dat we de hele weg weer hebben zitten genieten is een feit. Van de eigenaressen hier hadden we een mooie route gekregen, echt weer zo’n route door het niemandsland, de weg was voor het grootste gedeelte onverhard, we moesten zelfs tot 3x toe door het water rijden. Ik geloof dat we op de hele weg geen 4 auto’s gezien hebben, maar wel 1 hele grote vrachtauto op het eerste stuk, moesten we even voor aan de kant, een stof: we konden gewoon even niks zien, gelukkig stond de wind goed zodat het stof snel van de weg af boven de wei hing.

De ongerepte schoonheid van de bomen die allemaal in bloei staan, verse naalden aan de dennenbomen, fiddle heads aan de varens, het jonge vee gewoon los op het pad, fantastisch, de beek die praktisch overal langs heel pad met ons mee stroomt, soms links en dan weer rechts van ons, met hier en daar een flinke stroming, raften, kanoën zijn dan ook een van de sporten die ze hier veel doen. Nr drie kwartier pracht en praal het toetje, lake Rotoroa, er is zelfs een dorpje met de zelfde naam, staan 5 huizen, je zal maar de gelukkige zijn die hier mag wonen in de wildernis, maar binnen het bereik van andere dorpen en steden. Wel een dag voor uittrekken als je naar de stad wil, maar op en neer naar het dichtstbijzijnde dorp kan wel in een halve dag.

Het lake wordt goed bezocht, allemaal komen ze even kijken naar dit prachtig stukje natuur, op het water is niets te doen, uiteindelijk komt er een jong stel met een kano op de auto die gaan het lake op, roeien helemaal naar de andere kant, overnachten daar in een hut en komen morgen weer terug. Er zijn ook wandel routes, in alle maten van 10 min. tot 7,5 uur, en die lange zijn dan ook voorzien van hutten om te overnachten. Wij kiezen voor een korte wandeling want wij willen ook nog naar lake Rotoiti. En struikel niet over die namen, dat doe ik al de hele tijd.

De natuur hier rond dit prachtige meer is adembenemend, de zon valt zo nu en dan zo prachtig het bos in en verlicht de toppen van de bomen zo mooi, vooral omdat al die verse twijgen er nu aan zitten is er een verscheidenheid aan kleuren, bijna onvoorstelbaar groot.

Aan het meer hebben we onze stoeltjes uitgeklapt, je weet wel die dingen die aan mijn rugzak hingen toen ik gepakt en gezakt van de ferry stapte. Toch niet voor niets gekocht en mee gesjouwd, want nu we met de auto reizen komen ze goed van pas, evenals die koelbox.

Wijntje een heerlijke wrap (van morgen zelf gemaakt) en daar zitten de dames aan het meer te lunchen, een klein nadeel, het stikt hier van de steekvliegjes, van die hele kleintjes, dus lang zitten we niet.

Op naar het volgende mooie plekje, ook weer een rit van drie kwartier, maar nu over een verharde weg, de motorrijders onder de lezers van ons blog zouden genoten hebben op deze route, prachtige bochten berg op berg af en dan met dit uitzicht hier: wouw.

Tijdens deze rit hebben we elkaar beloofd dat we onmiddellijk weer beginnen met sparen om zo snel mogelijk terug te kunnen en dan voor minimaal 2 maanden. Ook lake Rotoiti is prachtig, hier is een mooie natuur camping, met een toiletgebouw waar je zelfs kunt douchen, een soort keuken, echt mooi. En betalen doe je in een envelopje, en die stop je in een betaalpaal. Dat kan hier dus allemaal, en het ziet er super schoon uit. Hier was de mogelijkheid om het meer op te gaan met een watertaxi of een kano, maar dat willen morgen ook al gaan doen in Motueka, als het weer het toelaat gaan we morgen met de auto richting het noorden tot Motueka en daar vandaan met de watertaxi naar de Golden Bay.

Nadat we nog even van de zon genoten hebben, en onze lunch verder hebben genuttigd, zonder steekvliegen, zijn we weer terug gereden naar onze cottage, toch een rit van zo’n 70 km. Het weer is mooi gebleven tot zonsondergang zodat we buiten hebben kunnen eten, zalig.

On the road again.

What a day, what a day, what a beautifull day, uiteindelijk…..

Na een moeilijke start, konden we toch om plus minus 10.30 uur vertrekken richting Murchison. De start was alles behalve relaxt, we konden om 9 uur de auto ophalen en volgens Lineke bij Europcars, dus wij naar Europcars. Alhoewel wij geboekt hadden bij Pegasus en een mail bevestiging hadden van rent a car Nieuw Zeeland, wist Lineke zeker dat we bij Europcars moesten zijn, want van Pegasus had ze een mail gehad dat Europcars het overgenomen had.

Niet dus. Bij Europcars kenden ze geen Mrs.van den Broek, sterker nog, ze wisten dat Pegasus failliet was en zij hadden daar wel boekingen van overgenomen, maar niet in Picton, of we dan wel op het juiste adres waren, zij hadden in Blenheim en in Wellington alle boekingen van Pegasus immers overgenomen. Ja, zei Lineke, ik heb een mail bevestiging gehad afgelopen zondag nog, dat ik hier in Picton de auto kan ophalen om 9 uur.

O, zei die ,,hele aardige dame achter de balie” dan staat daar waarschijnlijk een boeking nummer op, heeft u die mail nog. Ja, zegt Lineke op mijn iPad, maar die heb ik nu niet bij me, die ligt in het appartement… ik voelde het al weer aan komen, ik moet terug lopen naar ons appartement om de iPad op te halen, 10 min heen 10 min. terug in een wandel tempo, nou dan maar joggen, kan ik gelijk wat frustratie er uit rennen dacht ik….

Hield het natuurlijk geen 20 min vol , maar al met al was ik toch binnen het kwartier met de IPad terug. De mail van afgelopen zondag zat er gelukkig nog in, alleen stond daar geen telefoon nummer op en geen adres waar we de auto moesten halen, ja, in Picton.

Bij Europcars snapten ze er niets van, ze kenden rent a car Nieuw Zeeland niet en vonden het vreemd dat er zo weinig informatie op die mail stond. In de mail stond wel een link naar de website, maar wij waren niet op internet, dus konden we die mail ook niet openen, en als zij de website intoetsten kwamen ze bij Jusy, daar hadden wij ons campervan bij gehuurd, dus daar moesten we zijn volgens deze aardige dame. Nee, zegt Lineke, dat staat er helemaal los van: zijn twee verschillende boekingen. Nou dan toch maar op internet via de Android telefoon van die aardige dame, die wij als wifi konden gebruiken. Toen kwamen we op de site van rent a car Nieuw Zeeland, met adres en telefoon nummer. Dat personeel van Europcar krijgt van ons een 10, ze gingen voor ons bellen en ja, bingo, daar stond ons autootje al een half uur op ons te wachten, niet eens zo heel ver van Europcars vandaan, 10 min lopen ongeveer.

Ruim 30 min zijn ze voor ons bezig geweest! Hoe kunnen we jullie bedanken vroegen wij… Met de volgende keer boeken bij Europcars!! Nou dat doen we, en we vertellen aan al onze vrienden dat julliezo’n geweldige bedrijf zijn: bij deze.

Autootje prima, alles past er ruim in, nu moet ik nog ge-reset worden zodat ik weer kan genieten, want o o wat een stress, ze zeggen wel eens: die heeft een kort lontje, nou ik had er geen meer, compleet opgebrand maar niet ontploft omdat die dame zo rustig en heel aardig was, en Lineke niet verkeerd reageerde op mijn ongenoegen, ik geloof dat ze nu de gebruik aanwijzing van Marijke van den Broek van buiten kent, is toch ergens goed voor geweest de cursus mindfullness…. Voordat we bij Havelock waren, voelde ik me weer helemaal zen. Ongeveer 50 km verderop, valt mee toch….

De route die we rijden leidt ons door geweldige bergen, prachtige uitzichten links en recht van de weg, zo af en toe een dorp of stadje, en dan in eens weer dat bord, next gas station 100km.

Daar gaan we weer: 100km niemands land, prachtig, en ja, brandstof genoeg. Onderweg een keer gestopt op een rustplaats langs de weg, overal zijn er van die leuke plekken, staat een picknickbank en zelf een BBQ. bij deze, maar geen toilet, althans niet dat wij zagen.

Nou zegt Lineke ik moet toch, plas wel even langs de rivier (zo’n beekje dat achter de parkeerplaats door liep) Oké dacht ik, kan ik ook, wij dus een beetje van het pad af net niet met de voetjes in het water van de beek, prima plek trouwens, lopen we terug staat daar rechts onder een boom een DIXI, Lineke ging nog even kijken of hij ook open was, en jawel hoor, maar hij stinkt wel zegt ze, nou dan hadden wij een beter plekje.

De route wordt weer vervolgt, en overal waar we rijden is het prachtig, maar vooral leeg, wat een ruimte hebben ze hier, je komt zo af en toe een auto tegen, en van die prachtige vrachtwagens, dus ik heb er weer een paar voor mijn verzameling gefotografeerd.(Haha)

In Nelson hebben we boodschappen gedaan, ook daar was het prachtig, ligt weer aan de zee, dus weer een mooie haven. Morgen gaan we naar Nelson lakes national park, pas echt genieten van de schoonheid van dit gebied. En overmorgen naar Kahurangi national park, het niemandsland verkennen.

Onze nieuwe accommodatie is weer top, mooie plek dicht bij de Buller river, daarom heet het Riversong cottages.